Deze achtertuin bij een arbeidershuisje uit 1930 is lang en smal en heeft een eigen achterom. De tuin ligt oost-west gericht en achterin staat een berging. De bewoners wilden graag een weelderige tuin met veel beplanting en met ruimte voor een terras in de zon.
Het eerste schetsontwerp ging uit van een bostuin. Een diagonaal pad verbindt de ingang bij de poort met de berging achterin de tuin. De ingang van de berging wordt hiertoe aangepast zodat meer ruimte ontstaat voor een border met bomen in de hoek. Omdat de tuin niet al te groot is, zijn kleine bomen voorgesteld zoals het krenteboompje en een wilde appel.
Tijdens het traject werd duidelijk dat de bewoners ook graag een kleine kas in de tuin wilden plaatsen om tomaten, paprika’s en komkommers te telen. Ik heb toen een tweede schetsontwerp opgesteld waarbij het kasje ingepast is. Naast de kas is ruimte voor een terras in de zon.
Bij binnenkomst in de tuin via de poort kom je eerst op een soort binnenplaatsje. Deze wordt begrensd door een hoogstam (sier)appel. Deze boom zorgt op die plek voor een doorkijkje verder de tuin in. De plantvakken tegen het huis liggen vrijwel de hele dag in de schaduw. Hier staan veel varens en andere schaduwplanten.
In het zonnige deel van de tuin staat het kasje met daarnaast het terras. Het kasje is rondom voorzien van een rand van kruiden zoals marjolein, tijm en salie. Tegen de muur is een kiwi geleid, deze heeft mooi groot blad. Langs het grasveld bevindt zich een schaduwborder met diverse planten zoals hosta en geitenbaard. Om ook daar wat hoogte te brengen is een Gleditsia ingeplant. Dit is een boom met een vrij transparante kroon en fijn gevederd blad.
De berging tenslotte was niet heel fraai en is door een hop en een wingerd grotendeels bedekt met groen en in de herfst met fraai rood kleurend blad.
Cliënt: Particulier
Project type: Ontwerp achtertuin